Ieder volk heeft zijn eigen schat aan sprookjes en sagen. De motieven vindt men vaak terug in de sprookjes van andere volken, de uitwerking is telkens typerend voor de aard en de beschaving van een bepaald volk. Dat geldt ook voor de sprookjes die in Italië van geslacht op geslacht zijn overgeleverd. Ze handelen over schone prinsessen en machtige koningen, over monsters en struikrovers, over iedele ridders een arme boeren, over heksen en tovenaars.
De beroemde schrijver Italio Calvino verzamelden meer dan tweehonderd van die sprookjes uit alle provincies van Italië. Uit die representatieve Fiabe italinane koos en vertaalde Rein Valkhoff er vijftig, die typerend zijn voor de Italiaanse mentaliteit en die boeien zowel door het verhaalde zelf, als door de vlotte, vaak humoristische verteltrant. Zo ontstond een aantrekkelijk boek voor iedereen - jong of oud - die van sprookjes houdt.