Een verleden vol vragen. Een cassetteband met niets dan ruis. En één antwoord, verborgen in ijzige stilte..
Al drieëntwintig jaar wordt psychiater Jan Forstner geplaagd door de verdwijning van zijn broer. Het enige wat hij nog van hem heeft, is de dictafoon die de toen zesjarige Sven voor zijn verdwijning bij zich droeg. Daarop staat zijn stem, gevolgd door een ijzige stilte. Keer op keer probeert Jan antwoorden te vinden in de ruis op de cassette uit de dictafoon tot hij geen stilte meer kan verdragen.
Na een zware inzinking krijgt Jan en baan aangeboden bij de kliniek in zijn geboorteplaats, op voorwaarde dat hij er zelf in therapie gaat. Naar aanleiding van de raadselachtige zelfmoord van een jonge vrouw gaat Jan samen met journaliste Carla Weller op onderzoek uit. Ze komen een geheim op het spoor dat al jaren verborgen ligt achter de muren van de kliniek. Een gevaarlijk geheim, dat Jan wel eens de antwoorden zou kunnen geven waar hij al zo lang naar zoekt